d 2024 Chinese klinische praktijkrichtlijnen: diagnose en behandeling van androgenetische alopecia
Androgenetische alopecia(AGA) is een polygene erfelijke aandoening en de meest voorkomende oorzaak van alopecia zonder littekens. Gekenmerkt door de voortschrijdende miniaturisatie van de haarzakjes, transformeert AGA terminaal haar in vellushaar.
AGA vertoont doorgaans een patroonverdeling: mannen ervaren vaak een terugwijkende frontale haarlijn en/of progressieve dunner worden en verminderen van het haar op de kruin, terwijl vrouwen meestal diffuse dunner worden en fijnheid op de kruin vertonen. Een minderheid van de mannen vertoont het klassieke vrouwelijke AGA-patroon, en sommige vrouwen vertonen niet-klassieke of mannelijke kaalheid. Klinisch kan AGA worden gediagnosticeerd op basis van de voorgeschiedenis van de patiënt met progressieve miniaturisatie van haar, duidelijke patronen van haarverlies en familiegeschiedenis.
De etiologie van AGA kent vele facetten, waarbij genetische factoren en androgenen een cruciale rol spelen bij het ontstaan en de progressie van de ziekte. Ondanks normale androgeenspiegels in het bloed hebben personen met een genetische aanleg haarzakjescellen die zeer reageren op androgenen, wat leidt tot AGA. Er zijn aanwijzingen dat, vergeleken met niet-kalende follikels op dezelfde hoofdhuid, kalende follikels een hoge expressie van 5α-reductase en androgeenreceptoren vertonen, met verhoogde activiteit van type II 5α-reductase. Testosteron wordt door 5α-reductase in de haarzakjes gemetaboliseerd tot dihydrotestosteron (DHT), een metaboliet met een sterkere affiniteit voor androgeenreceptoren. Bovendien maken verhoogde androgeenreceptorniveaus in de hoofdhuidfollikels van AGA-patiënten hen abnormaal gevoelig voor circulerende androgenen. Activering van deze receptoren verkort de anagene fase van de haargroeicyclus, waardoor het aantal telogene follikels toeneemt. De steeds korter wordende anagene fase leidt tot folliculaire miniaturisatie, waarbij de follikels dunner en korter worden, waardoor uiteindelijk wordt voorkomen dat het haar de opperhuid binnendringt.
AGA ontleent zijn naam aan de etiologie ervan en treft zowel mannen als vrouwen, resulterend in verschillende nomenclaturen in het Engels en Chinees, waaronder androgenetische alopecia, androgene alopecia, mannelijke kaalheid, seborrheische alopecia, vroege kaalheid, haarverlies bij mannen en vrouwen, en vrouwelijke kaalheid. -patroon haaruitval. Voor consistentie in diagnose en behandeling wordt in deze richtlijn naar dit type haarverlies verwezen"androgenetische alopecia (AGA)."
Doelpopulatie
Deze richtlijn is bedoeld voor mannelijke en vrouwelijke patiënten met AGA en is niet van toepassing op patiënten met AGA en andere haarverliesstoornissen.
Beoogde gebruikers
De richtlijn is bedoeld voor klinische artsen, verplegend personeel, technici en relevant onderwijs- en onderzoekspersoneel dat betrokken is bij de behandeling van haarziekten op alle niveaus van ziekenhuizen. Dit omvat afdelingen zoals dermatologie, medische cosmetologie, plastische chirurgie, verloskunde en gynaecologie, endocrinologie, pathologie, psychiatrie, centra voor fundamenteel onderzoek en wetenschappelijke onderwijsteams.